Voeding

Thijs Baeyens, student Industrieel Productontwerpen en Tijl De Landtsheer student Multimedia en Communicatietechnologie aan de Howest – gecoacht Howest Start-Up School in Kortrijk- ontwierpen Baggies.

Baggies biedt een circulaire oplossing om het probleem van niet-recycleerbare papieren broodzakken te verhelpen, namelijk een herbruikbare, duurzame en ademende broodzak gemaakt uit hennep. De zak heeft een uniek roll-up systeem, waardoor zowel grote als kleine broden in de zak passen met voldoende afsluiting. Is de zak versleten, dan wordt die door Baggies teruggenomen.

Klassieke papieren broodzakken zijn niet recyclebaar omdat ze bewerkt zijn met paraffine, een wax coating op basis van aardolie. In Vlaanderen worden zo’n 200.000.000 broodzakken per jaar gebruikt. De zakken van Baggies zijn gemaakt van textiel (100% hennep) dat op milieuvriendelijke en sociaal verantwoorde wijze geproduceerd wordt. Textiel van hennep gaat ongeveer drie keer zo lang mee als katoen en hennep is een van de snelst groeiende gewassen ter wereld. Met Baggies wil het team er een standaard van maken om de herbruikbare zak mee te nemen naar de bakkerij. Daarom werkt het samen met lokale bakkerijen en Bakkers Vlaanderen.

Thijs en Tijl: "Dankzij de steun van Stichting voor Toekomstige Generaties kunnen wij ons prototype op punt stellen. Met dit geld gaan we experimenteren met materialen om de duurzaamheid van de zakken te garanderen en deze voor productie klaar te maken. Wij zien dit als een unieke kans die ons financiële ondersteuning biedt en ons voorbereidt op het ondernemerschap."

Baggies ontvangt een beurs van € 5000.

Ontdek hoe de Stichting jongeren en hun 360°-ideeën en initiatieven ondersteunt in beeld:

Maxime Vanderheyde, afgestudeerd in Economie aan HEC-Liège en Cyril Ernst, pas afgestudeerd in Management aan HEC-Liège, werden voorheen gecoacht door VentureLab in Luik en richtten Ecopoon op.

Ecopoon produceert en verhandelt een assortiment van eetbaar en ecologisch bestek. Dit vormt een echt duurzaam alternatief voor de verschillende soorten plastic en hout die in de horecasector worden gebruikt. Ecopoon biedt momenteel drie producten aan: de klassieke lepel natuur, de aperitieflepel natuur en rozemarijn en het roerstaafje met speculaas. Het Ecopoon-bestek is stevig, hitte- en koudebestendig en smaakt goed. Zo geeft het een lekkere en speelse toets aan koffies, maaltijden, picknicks, ijsjes en desserten.

In tegenstelling tot wegwerpbestek van plastic, hout of andere composteerbare materialen hoeven de Ecopoon-producten achteraf geen enkel verwerkingsproces te doorlopen. Bovendien wordt ernaar gestreefd om bij de productie lokale ingrediënten te gebruiken, zoals bierbostel, graanresten van het brouwen en bijproducten van het maalproces, om te komen tot een zo lokaal en circulair mogelijke economie. De ontwerpers doen er alles aan om de rechtstreekse en onrechtstreekse ecologische voetafdruk van het product zo klein mogelijk te houden.

Maxime en Cyril: "Na meer dan een jaar ons productieproces te hebben opgeschaald, namen we onlangs onze intrek in onze splinternieuwe productievestiging in Battice, niet ver van Luik. Dit is een sleutelmoment in de groei van onze jonge onderneming. Met de lening van SE’nSE kunnen we deze periode op de best denkbare manier ingaan en zo trouw mogelijk blijven aan onze aanpak."

Ecopoon had in 2020 al een prototypingbeurs van € 5000 binnengehaald dankzij het Albert Vanhee Fonds van de Stichting voor Toekomstige Generaties.

Szandra Gonzalez - afgestudeerd in Management, Communicatie en Onderwijs-wetenschappen, 34 jaar, dochter van een Hongaarse moeder en Chileense vader, woont sinds 8 jaar Genappe – lanceerde in 2016 de coöperatieve Little Green Box. Ze ontwikkelde een unieke foodbox die alle ingrediënten - lokaal, biologisch en seizoensgebonden – bevat voor het bereiden van heerlijke maaltijden. De receptenfiches, op maat van volwassenen én kinderen, zetten de koks op de goede weg. Bovendien is Little Green Box bijna volledig afvalvrij: bijna alle producten worden geleverd in herbruikbare glazen potten of linnen zakjes, die bij de volgende levering weer worden opgehaald. Zo spaarden ze in 2018 niet minder dan 18.000 single use verpakkingen uit. De box wordt geleverd aan huis of in een afhaalpunt in Brussel of Wallonië.  Als coöperatieve onderneming met sociaal oogmerk zette Little Green Box ook een het socioprofessionele re-integratie programma op en organiseert het workshops rond zero waste en duurzame voeding.

Szandra Gonzalez benadrukt wat de achtergestelde converteerbare lening van het SE’nSE Fonds voor haar mogelijk maakt : "Het SE’nSE Fonds is voor ons de sleutel en de extra push die we nodig hebben om onze werking te professionaliseren en zo een significant deel van de markt te veroveren. We zullen hiervoor investeren in een koelkamer van 12m2 , de branding van onze herbruikbare verpakkingen, en het batch-cookingconcept uitwerken. We verwachten tevens een grotere doelgroep te kunnen bereiken en onze verkoop te doen groeien, wat ons dan weer toelaat ons project te consolideren.”

Déjà saluée par les médias locaux, cette coopérative de consommateurs participe à la création d’une dynamique locale positive, en promouvant un modèle solidaire, participatif, durable et ouvert à tous ceux qui souhaitent s’inscrire dans cette transition.

Chaque client est tout d’abord un membre coopérateur. Par là, il bénéficie de l’accès aux produits du magasin Coopéco à un prix attractif et s’engage à participer au fonctionnement de Coopéco en se mettant à disposition du supermarché pendant trois heures par mois.

Coopéco facilite l’accès de tous à une alimentation durable, saine et de qualité. Ses priorités sont la mise en avant des producteurs locaux, l’utilisation des circuits courts, la mise en magasin de produits éthiques et de saison et la lutte contre le gaspillage alimentaire. Il se crée un respect mutuel avec les producteurs sélectionnés en mettant, par exemple, un point d’honneur à respecter leurs marges de production.

Chacun participe à l’évolution du projet en partageant ses compétences et connaissances, et en participant aux décisions prises lors des Assemblées Générales sur le principe de la démocratie participative. Au-delà de son rôle éducationnel sur le « comment décider ensemble ? », Coopéco est un vecteur de changement concret qui touche à des choix importants de société. Elle souhaite, en effet, mettre en place une alternative durable à la grande distribution en levant les freins économiques, sociaux, culturels et informationnels qui limitent la diffusion de ce type de consommation auprès d’un public non-informé, voire fragilisé.

L’humain est au centre de ses préoccupations : les copropriétaires du supermarché organisent par exemple des activités de sensibilisation à l’alimentation durable, des ateliers pratiques liés à l’alimentation, des soirées musicales, …. La mise en réseau et la mixité sociale apportent une réelle amélioration au cadre de vie, parfois trop cloisonné, des personnes qui s’y retrouvent.

Des échanges enrichissants se produisent également avec les personnes très précarisées qui participent aux activités de réinsertion professionnelle d’AVANTI (Centre d’Insertion Socio Professionnelle agréé par la Région wallonne) ainsi qu’avec les habitants du quartier.

Chacun des coopérateurs de Coopéco pose sa pierre à l’édifice d’une nouvelle dynamique de société participative, plus respectueuse de l’humain et de son environnement, et économiquement viable.

COPROSAIN est née dans les années 70 lorsqu’un petit groupe d’agriculteurs athois a décidé de fonder une coopérative d’agriculteurs sous le nom d’AGRISAIN (Agriculture saine). Leur objectif est de proposer des produits de qualité, de rester en contact avec le consommateur et de rétribuer le producteur de manière équitable. Ces agriculteurs se rendent à tour de rôle sur les marchés de la région pour y vendre leur production. Dix ans plus tard, à la demande des consommateurs, l’achat d’une boucherie au centre-ville d’Ath permet à la coopérative de se développer et de donner naissance à COPROSAIN (Coopérative de produits sains) qui transforme la viande des producteurs et commercialise les produits d’AGRISAIN.

La coopérative privilégie les fermes familiales de 1 à 60 ha et celles-ci doivent obligatoirement combiner élevage et culture. Les cultures fourragères servent à la nourriture le bétail et le fumier nourrit la terre. La coopérative bannit les farines animales, les OGM et l’utilisation intensive d’engrais et pesticides. Les animaux sont élevés en liberté et les races soigneusement sélectionnées dans le but de rechercher une saveur incomparable qui plaît au consommateur.

Actuellement, la coopérative compte 55 producteurs coopérateurs situés, pour la plupart, dans le Hainaut et emploie 60 salariés. La coopérative connaît un beau succès : 5 500 personnes, en moyenne, consomment les produits COPROSAIN dans un rayon de 80 km autour d’Ath.

Travailler comme un "arraché", être payé comme un étudiant : une immersion anthropologique dans le maraîchage biologique

Le travail de Nicolas Loodts est le fruit d'une immersion de huit mois dans une coopérative wallonne pratiquant, sur un peu plus d'un hectare, un maraîchage qui allie les principes de l'agriculture biologique et de l'agroécologie, et commercialisant ses légumes en circuit court. Diplômés en sciences politiques, en agronomie ou en éducation, ses membres ont la particularité d'être tous des "NIMAculteurs", des agriculteurs Non-Issus du Milieu Agricole. Nicolas Loodts a participé aux activités de la coopérative en tant qu'aidant. Parallèlement, il a tenté de comprendre les réalités et les difficultés de la pratique agricole menée dans ce cadre spécifique, en particulier le basculement du parcours professionnel des coopérateurs. A travers le parcours d'une tomate (aliment fortement globalisé et requérant un important savoir-faire technique), il a ensuite réalisé l'ethnographie de la coopérative en posant diverses questions. Où se situe la "nature" aux yeux de ces maraîchers ? Dans quelle mesure sont-ils et se considèrent-ils comme des "paysans" ? Nicolas Loodts a également exploré la relation entre l'identité du maraîcher/coopérateur et les enjeux politiques et économiques cachés derrière le prix d'une tomate, de même que la culture de la parole franche (ou "parole cash") pratiquée dans la coopérative.

Het project Briocoli, geleid door Jean-Baptiste Corbisier, bestaat in de eerste plaats uit het voorstellen van duurzame, herbruikbare en recycleerbare producten, zoals drinkflessen, sandwichverpakkingen aan de universitaire gemeenschap in Namen, die bestaat uit meer dan 6.000 studenten en 1.000 personeelsleden. Het project wil verpakkingen en producten voor eenmalig gebruik vervangen door sensibilisering van de huidige klimaatproblematiek en meer bepaald onze overproductie van afval. Briocoli is een “zero-waste” project, waarvan het doel is om via de verkoop van deze producten, maar ook via standen op de campus of op evenementen (conferenties, workshops) studenten en UNamur-medewerkers in staat te stellen zich uit te rusten en op te leiden zodat ze hun persoonlijke afvalproductie kunnen verminderen. Briocoli werkt ook aan het ontwerp van een zero waste pack dat vanaf het begin van het academiejaar in september 2019 aan de universiteit zal worden aangeboden.

Oh My BOX! bereidt en levert heerlijk gezonde lunchboxen voor kinderen. De maaltijden zijn gebalanceerd en bereid met seizoensgebonden, lokale natuurlijke producten. Zodoende wil het bedrijfje kinderen en hun ouders opnieuw dichter bij natuurlijke producten en producenten brengen en hen warm maken voor duurzame voeding. Geen gedoe voor schoolteams want ouders bestellen en betalen de maaltijden online en de lunchboxen worden rechtstreeks geleverd aan de scholen. Het SE’nSE Fonds laat toe de sensibiliserende activiteiten voor kinderen, die Oh My BOX! nu al organiseert, te versterken zodat deze kinderen op hun beurt kleine ambassadeurs worden voor betere voeding.